In november 2024 won Shell het hoger beroep tegen Milieudefensie. Het hof vond dat Shell niet gehouden kan worden aan een specifieke uitstootreductie. Shell wil echter wel zijn best doen voor het klimaat en wil in 2050 een “net-zero energy business” zijn. Dit betekent netto nul uitstoot van eigen operaties (Scope 1 en 2) én van verkochte energieproducten (Scope 3, 90% van totale uitstoot). Vooral dat laatste is een uitdaging. Hoe kan Shell zijn eigen klimaatdoelen zeker stellen? Dat vereist een forse accentverschuiving in de strategie.
Hernieuwbare energie
Met een jaarlijkse olie- en gasproductie die in 2023 samen goed was voor 400 TWh aan finale energie, ligt hier een grote verantwoordelijkheid. Shell moet fors investeren in hernieuwbare energie. Om een derde van deze productie via zonnepanelen te vervangen en de rest met windenergie, moet Shell 156 GW zonne- en 88 GW windcapaciteit realiseren tegen 2050. Met de recente kostendalingen is die opgave beslist makkelijker geworden. Ter vergelijking: wereldwijd stond in 2023 al 1400 GW zonne-energie en 1000 GW windcapaciteit opgesteld.
Energieopslag
Energieopslag is essentieel in de energietransitie. Opties voor langeduur-opslag zijn hard nodig om weken zonder zon of wind door te komen. Thermische opslag en flowbatterijen bieden veel kansen daarvoor. Voor de korte duur spelen lithiumbatterijen een sleutelrol, met 3-5 TW aan opslagvermogen tegen 2050i. Deze batterijen vergroten zelfvoorziening en kunnen profijtelijk ingezet worden voor systeemdiensten of op de onbalansmarkt. Een batterij van 4 MWh verdient op de onbalansmarkt – bij een oplaadcyclus per dag en een prijsdelta van 150 euro/MWh – jaarlijks zomaar 200 kE. Voor Shell biedt dit kansen om winstgevend te blijven in de energietransitie. Een praktische stap zou kunnen zijn in te zetten op vehicle-to-grid technology om opslagpotentieel in autoaccu’s te ontsluiten.
Duurzame brandstoffen
De luchtvaartsector zit dringend verlegen om koolstofvrije brandstoffen. Biobrandstoffen, zoals die gemaakt van afvalolie zijn echter niet op grote schaal beschikbaar en leggen beslag op land, water en landbouwgrondstoffen. Power-to-Liquids (PtL) is een veelbelovend alternatief. Deze technologie combineert groene waterstof met CO2, bijvoorbeeld via direct air capture, om synthetische brandstoffen te produceren. Hoewel PtL nog kostbaar is, zullen de productiekosten dalen door opschaling en innovatie. Shell kan hierbij een voortrekkersrol spelen door te investeren in PtL-fabrieken en samenwerkingen met de luchtvaartsector.
Afbouw fossiel energie en opslag CO2
Een snelle afbouw van fossiele energieproductie is een must om wereldwijde opwarming tot 2oC te beperken. Tegelijk moet de resterende CO2-uitstoot worden opgevangen en opgeslagen, bijvoorbeeld ondergronds. Door een verplichting voor CO2-terugname te introduceren, kunnen olie- en gasproducenten verantwoordelijk worden gehouden voor de opslag van emissies uit hun producten. Dit vermindert de noodzaak voor grote subsidies én verdeelt de kosten eerlijk.
Herbebossing
Tot slot moet Shell bijdragen aan het herstel van bossen, die essentieel zijn voor het opslaan van CO2 en het behouden van biodiversiteit. Een ambitieus herbebossingsprogramma kan een deel van Shell’s uitstoot compenseren, maar mag geen vervanging zijn voor emissiereductie.
Kortom
Met grootschalige investeringen in hernieuwbare energie, opslag en duurzame brandstoffen kan Shell zijn klimaatambities waarmaken. Het versnellen van de afbouw van fossiele brandstoffen, gecombineerd met CO2-opslag en herbebossing, horen daarbij. Een ambitieus en uitdagend regelgevend kader, inclusief een gestage verhoging van de CO2-prijs zal al deze inspanningen vereenvoudigen. Het spreekt vanzelf dat Shell zich daarvoor wereldwijd hard blijft maken.
i IEA, 2024. Batteries and secure energy transitions